- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- Misdrijf • Doodslag • Deelneming • Wilsovereenstemming • Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Wraking • Schorsing van de procedure • Rechtsmisbruik • Hof van assisen • Cassatieberoep • Burgerlijke rechtsvordering
Volume 18 : 1
De nieuwe dataretentiewetgeving: over oude ketels en nieuwe soep
Assisenprocedure • Getuigenlijst • Preliminaire zitting • Cassatieberoep • Gelijkheidsbeginsel Aard
Hof van cassatie • Verwijzing • Europees recht • Gelijkheidsbeginsel • Prejudiciële vraag
Strafwetboek • Moord • Voorbedachten rade definitie • Beoordeling in feite
Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Redelijke termijn • Voorlopige hechtenis • Borgsom • Teruggave
Misdrijf • Doodslag • Deelneming • Wilsovereenstemming • Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Wraking • Schorsing van de procedure • Rechtsmisbruik • Hof van assisen • Cassatieberoep • Burgerlijke rechtsvordering
Hof van assisen • Kamer van inbeschuldigingstelling • Verwijzing • Kwalificatie • Behandeling ter zitting • Vragen aan de jury • Verklaring van de jury • Misdrijf • Gijzeling met de dood tot gevolg • Verzwarende omstandigheid
De nieuwe dataretentiewetgeving: over oude ketels en nieuwe soep
Assisenprocedure • Getuigenlijst • Preliminaire zitting • Cassatieberoep • Gelijkheidsbeginsel Aard
Hof van cassatie • Verwijzing • Europees recht • Gelijkheidsbeginsel • Prejudiciële vraag
Strafwetboek • Moord • Voorbedachten rade definitie • Beoordeling in feite
Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Redelijke termijn • Voorlopige hechtenis • Borgsom • Teruggave
Misdrijf • Doodslag • Deelneming • Wilsovereenstemming • Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Wraking • Schorsing van de procedure • Rechtsmisbruik • Hof van assisen • Cassatieberoep • Burgerlijke rechtsvordering
Hof van assisen • Kamer van inbeschuldigingstelling • Verwijzing • Kwalificatie • Behandeling ter zitting • Vragen aan de jury • Verklaring van de jury • Misdrijf • Gijzeling met de dood tot gevolg • Verzwarende omstandigheid
Jaar
2023
Volume
18
Nummer
1
Pagina
52
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 20/12/2022
Referentie
“Misdrijf • Doodslag • Deelneming • Wilsovereenstemming • Hof van assisen • Arrest preliminaire zitting • Getuigen • Motivering • Arrest alvorens recht te doen • Cassatieberoep • Terechtzitting • Discretionaire macht • Conclusies • Eerlijk proces • Recht op getuigenverhoor • Wraking • Schorsing van de procedure • Rechtsmisbruik • Hof van assisen • Cassatieberoep • Burgerlijke rechtsvordering”, NC 2023, nr. 1, 52-65
Samenvatting
1. Strafbare deelneming in de zin van artikel 66 Sw. vereist dat de mededader een door de wet bepaalde vorm van medewerking aan een misdaad of wanbedrijf verleent, dat hij weet dat hij zijn medewerking aan een bepaalde misdaad of een bepaald wanbedrijf verleent en dat hij het opzet heeft om aan die misdaad of dat wanbedrijf zijn medewerking te verlenen. Een andere wilsovereenstemming tussen de dader en de mededader van het misdrijf is niet vereist. 2. Ingevolge het arrest van het Grondwettelijk Hof van 29 september 2022 is een uitgesteld cassatieberoep tegen het arrest van de preliminaire zitting over de samenstelling van de lijst van getuigen ontvankelijk. Uit het arrest van de preliminaire rechtszitting moet blijken dat de voorzitter van het hof van assisen die een door een partij verzochte getuige weigert, onderzocht heeft of de in artikel 278 Sv. vermelde voorwaarden vervuld zijn. De voorzitter heeft geen verdergaande motiveringsverplichting en moet niet aan de hand van concrete gegevens motiveren waarom hij weigert op de lijst een getuige op te nemen of verwijzen naar de criteria die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vooropstelt voor het niet-horen van getuigen à charge of à décharge. De motiveringsplicht van de voorzitter is niet los te zien van de omstandigheid dat de lijst van de getuigen op de preliminaire rechtszitting niet wordt vastgesteld door het hof van assisen maar door de voorzitter na een summier debat, zodat dit arrest slechts een beslissing alvorens recht te doen is die geen definitief oordeel inhoudt over de getuigen die tijdens het debat voor het hof van assisen zullen worden gehoord. Tijdens het debat voor het hof van assisen kan de voorzitter beslissen om een niet op de lijst opgenomen getuige bij toepassing van artikel 281, § 2 of artikel 306 Sv. te doen oproepen als getuige, maar de partijen kunnen ook nog een conclusie indienen waarbij zij verzoeken dat niet op de lijst van de preliminaire rechtszitting opgenomen getuigen alsnog door het hof van assisen zullen worden gehoord. De beroepsrechters van het hof van assisen dienen hierover bij tussenarrest uitspraak te doen, zonder hierbij gebonden te zijn door het arrest van de preliminaire rechtszitting. 3. Op grond van artikel 837, eerste lid Ger.W. worden alle vonnissen en verrichtingen geschorst te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving aan de rechter van een verzoek tot wraking dat uitgaat van een partij of van het Openbaar Ministerie. Dat gevolg is echter niet verbonden aan een verzoek dat slechts de schijn heeft van een werkelijke wraking en waarvan de enige bedoeling er kennelijk in bestaat de rechtsgang te belemmeren, zodat gelet op het uitzonderlijke en dringende karakter van die situatie een rechtscollege, zetelend met de rechter die in het wrakingsverzoek is geviseerd, zelf kan oordelen of er op grond van de concrete gegevens die het vaststelt, sprake is van een dergelijk rechtsmisbruik. Dat kan het geval zijn wanneer het rechtscollege vaststelt dat tegen een van zijn leden een tweede wrakingsverzoek wordt neergelegd met nagenoeg dezelfde grieven als deze vermeld in een eerste wrakingsverzoek, ongeacht of de wrakingsrechter reeds uitspraak heeft gedaan over dat eerste wrakingsverzoek. 4. De beslissing van het hof van assisen over de burgerlijke rechtsvordering is geen maatregel van tenuitvoerlegging van de arresten van dat hof met betrekking tot de schuldigverklaring en de veroordeling tot straf van de beschuldigde. Het hof van assisen kan oordelen over de burgerlijke rechtsvordering tijdens de behandeling van de cassatieberoepen tegen die arresten maar de vernietiging van het arrest over de schuldigverklaring kan leiden tot de vernietiging van de daaruit voortvloeiende beslissing over de burgerlijke rechtsvordering.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!