Volume 18 : 2
Recht als wapen en schild bij het “uitwisselen van gevangenen”. Bespiegelingen bij het juridisch kader en de procedures in de zaken Assadi & Vandecasteele betreffende het overbrengen van veroordeelde personen tussen België, Iran en andere Staten voor strafuitvoering
Terrorisme • Internationaal humanitair recht • Uitsluitingsgrond • Art. 141bis Sw. • Gewapend conflict • Georganiseerde gewapende groep • Onaantastbare beoordeling door rechter
Schending beroepsgeheim • Beroepsgeheim van advocaat • Bekendmaking • Strafbare poging
Recht van verdediging • Gegevens uit een ander strafdossier • Inzage pertinente elementen à charge en à décharge • Beperkingen •Voorlopige hechtenis
Rechtsmacht • Extraterritoriaal • Dubbele incriminatie • Art. 324ter, § 1 Sw. • Betrokkenheid bij criminele organisatie • Autonoom misdrijf • Voorbereidingshandelingen
Telecommunicatie • Elektronische telecommunicatie • Strafbepalingen • Art. 145, § 3bis wet 13 juni 2005 • Bestanddelen • Vereist niet noodzakelijk gebruik persoonlijk e-mailadres correspondent
Verzet • Ontvankelijkheid • Informatieplicht over toepasselijke termijn • Kennisgeving datum van verstekbeslissing met het oog op uitvoering rijverbod en verzetstermijn
Wraking • Opeenvolgende wrakingsverzoeken • Wrakingsverzoek in de schijn naar inhoud en vorm • Rechtsmisbruik
Recht als wapen en schild bij het “uitwisselen van gevangenen”. Bespiegelingen bij het juridisch kader en de procedures in de zaken Assadi & Vandecasteele betreffende het overbrengen van veroordeelde personen tussen België, Iran en andere Staten voor strafuitvoering
Terrorisme • Internationaal humanitair recht • Uitsluitingsgrond • Art. 141bis Sw. • Gewapend conflict • Georganiseerde gewapende groep • Onaantastbare beoordeling door rechter
Schending beroepsgeheim • Beroepsgeheim van advocaat • Bekendmaking • Strafbare poging
Recht van verdediging • Gegevens uit een ander strafdossier • Inzage pertinente elementen à charge en à décharge • Beperkingen •Voorlopige hechtenis
Rechtsmacht • Extraterritoriaal • Dubbele incriminatie • Art. 324ter, § 1 Sw. • Betrokkenheid bij criminele organisatie • Autonoom misdrijf • Voorbereidingshandelingen
Telecommunicatie • Elektronische telecommunicatie • Strafbepalingen • Art. 145, § 3bis wet 13 juni 2005 • Bestanddelen • Vereist niet noodzakelijk gebruik persoonlijk e-mailadres correspondent
Verzet • Ontvankelijkheid • Informatieplicht over toepasselijke termijn • Kennisgeving datum van verstekbeslissing met het oog op uitvoering rijverbod en verzetstermijn
Wraking • Opeenvolgende wrakingsverzoeken • Wrakingsverzoek in de schijn naar inhoud en vorm • Rechtsmisbruik
Year
2023
Volume
18
Number
2
Page
131
Language
Dutch
Court
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 13/12/2022
Reference
“Rechtsmacht • Extraterritoriaal • Dubbele incriminatie • Art. 324ter, § 1 Sw. • Betrokkenheid bij criminele organisatie • Autonoom misdrijf • Voorbereidingshandelingen”, NC 2023, nr. 2, 131-138
Recapitulation
De mogelijkheid tot vervolging van een in het buitenland gepleegd misdrijf in België houdt geen verband met de bevoegdheid van de strafrechter, maar wel met de ontvankelijkheid van de strafvordering. Overeenkomstig artikel 4 Sw. en de artikelen 7, § 1, en 14 V.T.Sv. kan een door een Belg in het buitenland gepleegd strafbaar feit in België slechts worden vervolgd en overeenkomstig de Belgische wet worden bestraft indien dat feit zowel strafbaar is in België als in het buitenland; bepalend daarbij is dat het feit, indien het zich had voorgedaan in het buitenland, eveneens een strafbaar feit zou hebben opgeleverd volgens het buitenlandse recht, maar het is daarbij niet bepalend dat dit feit in de beide landen mogelijk bestaat uit verschillende bestanddelen of kwalificaties, dan wel het voorwerp uitmaakt van verschillende misdrijven of verzwarende omstandigheden. De betrokkenheid bij een criminele organisatie, zoals strafbaar gesteld bij artikel 324ter, § 1 Sw., maakt een autonoom misdrijf uit, te onderscheiden van de misdrijven die worden gepleegd in het raam van deze organisatie. Bijgevolg vereist dat misdrijf geen specifieke uitvoeringshandelingen met betrekking tot een misdrijf gepleegd in het raam van een criminele organisatie en moet de rechter die handelingen ook niet vaststellen, maar hij moet wel vaststellen dat de dader heeft gehandeld met kennis van zaken en met een positieve instelling om bij te dragen tot de doelstellingen van de organisatie.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!